Het nut en de noodzaak van een vernieuwd KB tarief gerechtsdeurwaarders

Op 1 oktober 2024 ging het nieuw KB Wijziging van het koninklijk besluit van 30 november 1976 tot vaststelling van het tarief voor akten van gerechtsdeurwaarders in burgerlijke en handelszaken en van het tarief van sommige toelagen in werking.

De wijzigingen zijn ingrijpend.  Ann-Sophie Caerels & Sofie Brouckaert van gerechtsdeurwaarderskantoor Desmet, Defloo en Brouckaert in Oostende geven duiding.
 

Het oude KB dateert van 1976. Op een jaarlijkse indexering na, werd het tarief nimmer aangepast. Hoog tijd dus om dit tarief de 21e eeuw binnen te loodsen.

Samen met het vernieuwd tarief is vanaf 1 oktober 2024 ook de nieuwe Wet houdende maatregelen in de strijd tegen de overmatige schuldenlast en ter bescherming van ondernemingen in moeilijkheden in voege. Hoewel beide regelgevingen op het eerste gezicht weinig met elkaar gemeen lijken te hebben, heeft de Wet het KB onmiskenbaar beïnvloed.

Het vernieuwd tarief is dan ook een antwoord op verschillende pijnpunten die het oude tarief vertoonde.

In deze bijdrage is het niet onze bedoeling om een volledige technische bespreking te geven over de nieuwe wetgeving, want dit zou ons te ver leiden. Wij wensen evenwel stil te staan bij de pijnpunten van het oude KB en de doelstellingen van het nieuwe KB.
 

Een nieuwe digitale werkelijkheid

Het oude KB tarief dateert van 30 november 1976. Dat wil zeggen dat het tarief dat tot 1 oktober 2024 werd toegepast, was gebaseerd op een maatschappij van bijna 50 jaar geleden.

In het vorige KB werden veel kosten aangerekend voor handelingen die op vandaag een minimum aan werk vergen door de nieuwe digitale werkelijkheid. Anderzijds stond de digitale ontwikkeling in 1976 niet zover als vandaag waardoor bepaalde kosten, die zich vandaag opdringen, toen nog niet eens gekend waren en er aldus geen aan te rekenen kost tegenover stond. Het oud tarief was aldus beperkt door zijn oubolligheid, waardoor een update aan de huidige maatschappij hoogstnoodzakelijk was.
 

Een doorgedreven transparantie en voorspelbaarheid

Naast een actualisering van de kosten was er ook nood aan een duidelijker tarief en werd gekozen voor een doorgedreven transparantie.

Weg met de onbegrijpelijke afkortingen en ingewikkelde afrekeningen. Het nieuwe KB heeft gezorgd voor een eenduidig, leesbaar en vooral begrijpelijk tarief.

De erelonen en uitgavenposten worden thans onderverdeeld in 3 groepen:

  • erelonen
  • uitgaven
  • overheid

Zo wordt duidelijk aangetoond welke kosten er zijn gemaakt en welke prestaties er zijn geleverd.

Daarnaast worden de afkortingen geschrapt en moeten alle erelonen en uitgaven volledig, eenduidig en in een vast volgorde uitgeschreven worden.

Om die transparantie maximaal te garanderen, werd bovendien voorzien in een online tariefchecker waarbij iedereen zelf de afrekening van een gerechtsdeurwaarder kan controleren en beter kan begrijpen.

Meer transparantie heeft niet alleen een betere leesbaarheid van een afrekening en de kosten in een akte tot gevolg, maar ook een vereenvoudiging van de afrekening.

Met het nieuwe KB wordt komaf gemaakt met de repetitieve kosten. De schuldenaar wist bij de betekening van de uitvoerbare titel vaak hoeveel hij diende te betalen, maar kon na een aantal afkortingen en een eventueel ontvangen aanmaningen, niet meer voortgaan op de initiële afrekening die hij had ontvangen. 

De afrekening was, mede door deze repetitieve kosten, onvoorspelbaar. Met de invoering van de administratieve dossierkost en de uitgavepost “beheer uitvoeringsdossier” werd gekozen om de terugkerende kosten samen te bundelen in 1 kostenpost.

Eenmaal per opstart van een gerechtelijke of buitengerechtelijke invordering wordt een administratieve dossierkost gerekend. Het integreert de opzoekingen voorafgaand aan elke opstart van het dossier en vermijdt daardoor repetitieve kosten verbonden aan de consultatie van diverse databanken.

Door het verplicht voorafgaand solvabiliteitsonderzoek en de daarmee gepaard gaande gebundelde administratieve dossierkost wordt de klemtoon nog meer gelegd op preventie van situaties van overmatige schuldenlast en aandacht voor het faciliteren van oplossingen.


Een schuldenaar hoeft dus niet meer te vrezen dat iedere opzoeking van het rijksregister of nazicht van het Centraal Bestand van Beslagberichten voor extra kosten zal zorgen.

Ook in de latere uitvoeringsfase wordt de debiteur niet langer geconfronteerd met repetitieve kosten, gezien ook deze worden opgevangen door de invoering van een eenmalige, jaarlijkse vaste kost “beheer uitvoeringsdossier”.

Naast de repetitieve kosten, zorgden ook de kwijtings- en inningsrechten voor onduidelijke en vooral onvoorspelbare afrekeningen.

In het oude tarief waren deze verschuldigd op elke afbetaling die de debiteur deed. Bovendien was het kwijtings- en inningsrecht ook afhankelijk van de hoegrootheid van de afbetalingen. Hierdoor werd de afrekening compleet onvoorspelbaar en onduidelijk. De schuldenaar had vaak het gevoel dat hij werd “gestraft” omdat deze niet in de mogelijkheid was om een bedrag in éénmaal te vereffenen. In het kader van de preventie van situaties van overmatige schuldenlast, was ook dit niet langer houdbaar.

Met het vernieuwde tarief zijn deze kwijting- en inningsrechten dan ook afgeschaft en vervangen door het invorderingsereloon. Het invorderingsereloon is verschuldigd indien een schuld geheel of gedeeltelijk betaald wordt ingevolge de tussenkomst van een gerechtsdeurwaarder in het kader van een gerechtelijke of buitengerechtelijk invordering van een geldsom. Dit invorderingsereloon wordt niet meer berekend op basis van de afbetalingen, maar wordt berekend op basis van het verschuldigde bedrag. In tegenstelling tot de kwijting- en inningsrechten kan dit invorderingsereloon gedurende het verloop van de uitvoering niet meer wijzigen. De effectieve aanrekening van dit ereloon gebeurt thans pro rata bij een afbetaling. Let wel, daar waar de kwijting- en inningsrechten enkel verschuldigd waren bij effectieve betaling bij de gerechtsdeurwaarder is het invorderingsereloon sowieso verschuldigd bij een betaling ingevolge de tussenkomst van een gerechtsdeurwaarder, ongeacht in wiens handen de betaling of regeling gebeurt.
 

Strijd tegen de overmatige schuldenlast

Zoals reeds aangehaald draagt het nieuwe tarief bij tot de preventie van de overmatige schuldenlast.

De diverse crisissen (corona, energiecrisis,…) van de laatste jaren hebben op bepaalde groepen in onze samenleving een grote financiële druk gezet. Ingeval van financiële problemen kan men wel kijken waar besparingen mogelijk zijn, maar bepaalde facturen zijn nu eenmaal noodzakelijk en aan deze facturen kan niet geknabbeld worden. We denken hierbij aan de specifieke consumentenvorderingen die thans onder de bevoegdheid van de Vrederechter vallen conform art. 591, 25° Ger.W., meer bepaald de facturen voor de levering van nutsvoorzieningen (elektriciteit, gas, warmte of water) of voor gebruik van een openbaar elektronisch communicatienetwerk, omroeptransmissie- of omroepdienst, en betalingen voor diensten of leveringen van geneeskundige of parageneeskundige zorgverstrekkers en onderwijsinstellingen.

Zo bepaalt het nieuwe tarief dat deze invorderingen in de laagste klasse van het gegradueerd ereloon vallen (klasse A), ongeacht het bedrag van de factu(u)r(en).

Tot slot heeft ook de Nationale Kamer van Gerechtsdeurwaarders zijn steentje bijgedragen in het gevecht tegen de overmatige schuldenlast. Hiertoe werd het solidariteitsfonds (SOFO) opgericht dat volledig gedragen wordt vanuit de beroepsgroep zelf. Om de kostprijs van de gerechtelijke en buitengerechtelijke invordering in deze specifieke consumentenvorderingen te beperken, voorziet het SOFO een storting van de tegemoetkoming in de betaling van het ereloon, ten voordele van de schuldenaar. Hierdoor geniet de consument van een verminderd tarief voor bepaalde akten m.b.t. de gerechtelijke en buitengerechtelijke invordering van voormelde consumentenvorderingen.

 

Kortom: het vernieuwde KB-tarief brengt een doorgedreven transparantie met zich mee, maakt komaf met repetitieve kosten en tracht de consument beter te beschermen tegen overmatige schuldenlast.
 

Ann-Sophie Caerels & Sofie Brouckaert
Kandidaat-gerechtsdeurwaarder & gerechtsdeurwaarder

Blijf op de hoogte